K kwaliteitsboom, klachten
Kwaliteitsboom Klachten
Op Het Strand wordt gewerkt aan de hand van de van de kwaliteitsboom.
In de kwaliteitsboom staat omschreven:
Op welke wijze kinderen een gevoel van (sociaal-emotionele) veiligheid geboden wordt in relatie tot:
• Pedagogisch werker
• Andere kinderen
• Materiele omgeving
Hoe bijgedragen wordt aan de ontwikkeling van de persoonlijke competentie van kinderen en hoe kinderen in staat worden gesteld zich te ontwikkelen op het gebied van motorische, creatieve, taal- en cognitieve competenties, zich aan te passen aan veranderde omstandigheden en problemen op te lossen.
Hoe sociale competenties van kinderen wordt bevorderd en gestimuleerd op een manier die past bij de context van de opvang
Op welke manier in de groepssetting van de kinderopvang de socialisatie van kinderen wordt ontwikkeld op het gebied van regels, normen en waarden en bijgedragen wordt aan culturele vorming.
De onderstaande pedagogische middelen worden gebruikt om de 4 basisdoelen naar praktijk te vertalen.
- Pedagogisch werker – kind interactie
Hoe communiceert of praat de pedagogisch werker met kinderen en hoe gaat hij/zij in het algemeen met de kinderen om, zowel verbaal en non-verbaal. - Groep
Wat zijn de unieke ontwikkelingsmogelijkheden voor het kind waarin veel gezinnen niet kunnen voorzien. - Speel-leeromgeving Inrichting en aanbod van materialen.
Het gebruik maken van de ruimte om een veilige sfeer te scheppen. Met aandacht voor akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte is veel te bereiken ten behoeve van welzijn van de kinderen in de opvang. Exploratie en ‘vrij” spel zijn belangrijk. - Activiteiten
Het aanbieden van ’vaste’ activiteiten, ‘bijzondere’ activiteiten en de vaardigheid van de pm’er om de activiteiten aan te bieden. Welke condities worden er geschept? Individuele kinderen activiteiten aanbieden en in de groep. Wanneer is er vrij spel.
Emotionele veiligheid bieden
In een kinderverblijf gaat het niet alleen om de structurele veiligheid van de kinderen, even zo belangrijk is de emotionele veiligheid die de opvang moet bieden. Het gaat erom dat de kinderen zich hier prettig voelen en zichzelf durven te zijn. Het bieden van emotionele veiligheid wordt als de belangrijkste van de vier opvoedingsdoelen gezien. Wanneer een kind zich niet thuis voelt in de stamgroep zal het zich niet of zeer moeilijk verder ontwikkelen op gebied van persoonlijke- en sociale competenties.
De emotionele veiligheid wordt geboden door herkenbaarheid in ruimte, pedagogisch medewerkers, kinderen en invulling van de dag, maar ook de manier van benaderen naar het kind en het hebben van goed contact met de ouders spelen een rol.
Pedagogisch werker – kind interactie
Baby’s in de groep
Een baby is sterk afhankelijk van een volwassenen. Een intieme zorgzame en betrouwbare relatie met de pedagogisch medewerker is belangrijk. Bij baby’s zijn de verzorgingsmomenten de één op één momenten waarbij de emotionele veiligheid het meest geboden kan worden. In de groep krijgen de baby’s de fles op schoot bij de pedagogisch medewerker. Bij de verschoningsmomenten is de interactie van de baby en PM’er een belangrijke factor. Het benoemen wat er gaat gebeuren, het maken van oogcontact en ingaan op de signalen van de baby zijn van invloed op de emotionele veiligheid van de baby.
Wanneer is de baby hongerig en wanneer geeft het signalen af dat hij of zij moe is, een baby kan het zelf niet verwoorden en dus zal de PM’er extra goed op non-verbale signalen moeten letten.
Dreumesen op de groep
Dreumesen hebben al meer bewegingsvrijheid. Voor dreumesen is het belangrijk dat ze gezien worden en dat de PM’er goed ingaat op de signalen van het kind. Ook bij de dreumesen biedt het vertrouwen als er benoemd wordt wat er gaat gebeuren. Hierdoor wordt er vertrouwen gecreëerd en veiligheid.
Peuters op de groep
Ook bij de peuters is het belangrijk dat ze gezien en gehoord worden. Bij peuters gaan emoties ook een steeds grotere rol spelen. Bij PM’ers ligt dan de taak om dit te benoemen en hen te helpen dit te verwerken. Door de ruimte voor emoties wordt er ook emotionele veiligheid geboden.
Schoolkinderen op de groep
Schoolkinderen hebben meer bewegingsvrijheid en gaan meer zelf ontdekken. De PM’ers zijn wel altijd dichtbij, waardoor ze makkelijk te benaderen zijn als de kinderen er zelf niet uitkomen. Voor de PM’ers is het ook van belang de kinderen niet uit het oog te verliezen.
Groep
Baby’s op de groep
De ruimte voor de baby’s is gesplitst van de dreumesen waardoor ze zich ook de grondmat vrij kunnen bewegen en waar ze samen met andere baby’s kunnen liggen en ontdekken.
De kinderen die zelfstandig kunnen zitten, eten hun fruithapje en warme lunch aan het lage meubilair met een pm’er en andere kindjes.
Dreumesen op de groep
Bij de dreumesen eten ze ook aan laag meubilair in kleine groepjes. Hierdoor wordt de interactie tussen de pm’er, maar ook tussen de kinderen onderling bevorderd.
Bij dreumesen is het van belang dat de pm’ers de kinderen begeleiden in het samenspel. Tijdens het samenspel is het benoemen van de emoties belangrijk, zowel positieve als negatieve emoties. Ook bij onderlinge conflicten is de begeleiding van de pm’er en het benoemen van de situatie van belang.
Peuters op de groep
Peuters op de groep gaan steeds meer steun ervaren van elkaar bij het verwerken van emoties. Toch hebben zij ook de pm’ers nodig ten tijde van conflicten om de situatie te begeleiden. Bij de peuters wordt de groep gesplitst tijdens de eetmomenten en activiteiten hierbij kan de pm’er de kinderen beter tijdens het groepsproces volgen en begeleiden.
Schoolkinderen op de groep
Voor schoolkinderen gaan leeftijdgenoten een steeds belangrijkere rol spelen om zich emotioneel veilig te voelen in de groep. Vriendjes en vriendinnetjes kunnen zorgen voor een fijne omgeving en gevoel voor veiligheid. In deze leeftijd krijg je ook meer te maken met conflicten. De kinderen op de BSO hebben meer (bewegings)vrijheid waardoor de PM’ers er niet altijd direct bij is. Het is belangrijk dat de PM’er wel alle kinderen hoort en ziet, zodat de PM’ers hen kan begeleiden indien nodig.
Speel-leeromgeving Inrichting en aanbod van materialen
Baby’s op de groep
Bij de babygroep wordt er veelal laag bij de grond gewerkt, de PM’ers zitten erbij op de grond, op de mat of aan het lage meubilair.
Dreumesen op de groep
Ook bij de dreumesen zitten de PM’ers vaak op de grond bij de kinderen op deze manier geven zij de kinderen het veilige gevoel van nabijheid mee
Peuters op de groep
De speelhoekjes geven de ruimte om terug te trekken in het eigen spel, of in een klein groepje. Kinderen leren dat ze alleen kunnen en mogen spelen maar dat er wel altijd een pm’ers nabij is.
Schoolkinderen op de groep
De schoolkinderen hebben nog meer vrijheid om een eigen plekje alleen of met vriendjes of vriendinnetjes op te zoeken, zowel binnen als buiten. Pm’ers lopen rond en zijn bereikbaar.
Activiteiten
Baby’s op de groep
Bij baby’s houdt de pm’er de activiteiten klein en wordt er kind volgend gewerkt. Wanneer baby’s op de mat, grond of in de box liggen maakt de pm’er regelmatig oogcontact en worden de situaties en gevoelens benoemd.
Dreumesen op de groep
Het dagritme bij de dreumesen is belangrijk, het biedt de kinderen houvast en grip op de dag. Als er wordt afgeweken van het vaste dagritme wordt dit verteld aan de kinderen en rustig begeleid. Ieder kind reageert anders op veranderingen en daar is begrip voor. Emoties mogen er zijn voor, na en tijdens activiteiten. Dingen spannend vinden, verdriet en blijdschap horen erbij.
Peuters op de groep
Ook bij de peuters is een goed dagritme en zijn activiteiten aankondigen nodig om de emotionele veiligheid te kunnen bieden. Peuters kunnen zelf al meer vragen stellen als dingen veranderen en zo dingen te weten komen. Peuters willen zich graag gehoord voelen en gezien tijdens activiteiten, die bevestiging kan zowel verbaal als non-verbaal.
Ook vaste rituelen voorafgaand aan het eten en het vieren van bijvoorbeeld verjaardagen geven voorspelbaarheid, waardoor de spanning minder wordt.
Schoolkinderen op de groep
Bij schoolkinderen geven het dagritme en iedere dag een andere activiteit ook houvast in de uren na schooltijd. Ook bij schoolkinderen geldt dat zij tijdens de activiteit graag gezien voelen, en gewaardeerd. Het proces en de warmte van pm’ers tijdens de activiteit zijn belangrijker dan het resultaat.
Het ontwikkelen van persoonlijke competenties
Het tweede opvoedingsdoel heeft betrekking op de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Kinderen leren veel nieuwe dingen in de leeftijd van nul tot twaalf jaar. Niet alleen op gebied van motoriek en praten ontwikkelen zij zich, maar ook persoonlijke vaardigheden als zelfstandigheid, weerbaarheid, veerkracht en zelfvertrouwen worden ontwikkeld.
Pm’er kind interactie
Baby’s op de groep
Tijdens het eerste levensjaar maken baby’s grote sprongen in hun ontwikkeling. Ze krijgen steeds meer motorische vaardigheden door en daarmee meer bewegingsvrijheid. Baby’s maken geluidjes om gehoord en gezien te worden. Pm’ers kunnen door middel van hun reactie de baby’s stimuleren om verder te proberen dit kan zowel verbaal als non-verbaal.
Dreumesen op de groep
De pm’er begeleidt de dreumesen in hun taal en motorische ontwikkeling. Zij stimuleren nieuwe vaardigheden door middel van het benoemen van de situatie op het moment.
De pmer neemt in deze leeftijdsfase extra de tijd om het kind te begrijpen en te helpen verwoorden wat hij/zij wil en bedoelt.
Peuters op de groep
In de peuterfase staat zelfontplooiing centraal en volgt de pm’er het kind. De pm’er biedt hulp waar dat nodig is aan het kind, maar laat de kinderen ook vrij in het ontdekken en experimenteren wat zij zelf kunnen.
Schoolkinderen
Bij de schoolkinderen staat eigen interesse van de kinderen centraal. Kind volgend werken en vrije keuze in meedoen met de groep of zelf bezig zijn. De pm’er heeft oog voor beide groepen kinderen en laat blijken dat hij/zij er is voor de kinderen als het kind hem of haar nodig heeft.
Bij de speeltuin BSO is de keuze vrij in wat ze willen doen. Bij de sport BSO stimuleren en begeleiden de pm’ers de kinderen meer om een stapje verder te komen in onder andere hun motorische vaardigheden.
Groep
Baby’s op de groep
De baby’s liggen met hun leeftijdsgenoten bij elkaar en kunnen op deze manier zich ontwikkelen, en optrekken aan elkaar, op hun eigen niveau. De pm’er benoemt wat er gebeurt in de groep naar de andere baby’s zodat zij daardoor ook meer grip krijgen op hun omgeving.
Dreumesen op de groep
De pm’er benoemt tijdens het spel op de groep welke gevoelens er bij de kinderen zichtbaar zijn. Hierdoor krijgen kinderen ook meer grip op hun eigen gevoelens.
Op gebied van motorische ontwikkeling zijn de andere kinderen ook een mooie stimulans omdat de kinderen op deze leeftijd veel imiteren.
Peuters op de groep
De pm’ers bieden de kinderen de ruimte om in groepjes te spelen en hun rol te ontdekken binnen het groepje. De pm’ers houden de groep in de gaten of de realties gelijkwaardig blijven, en mengen zich in het spel als dat nodig is qua begeleiding.
Schoolkinderen
Bij schoolkinderen is het belangrijk dat je de kinderen vrij laat in met wie ze spelen. De pm’ers zorgen en begeleiden de kinderen wel in het respectvol omgaan met de andere kinderen en de groep.
Bij de sport BSO wordt er gekeken en gespeeld vanuit eigen niveau. Kinderen worden gestimuleerd door de pm’er om elkaar te helpen bij de aangeboden activiteit.
speel- leeromgeving
Baby’s op de groep
Voor de baby’s hebben we matten en kleden (zowel binnen als buiten) waar vrij op kunnen bewegen. Pm’ers stimuleren de baby’s door het speelgoed of materialen op een uitdagende manier aan te bieden zodat ze gestimuleerd worden in hun motorische ontwikkeling.
Dreumesen op de groep
Bij de dreumesen is zowel de fijne als de grove motoriek meegenomen in de inrichting van de ruimtes. Ook de buitenruimten biedt veel ontdekkingen en ontwikkeling op gebied van ondergronden (zand, gras, stenen, schelpen) en niveaus (hoog, laag, paaltjes, grote klimkei)
Peuters op de groep
Voor de peuters is de ruimte zo ingericht dat zij hun fantasie en imitatiespel goed kunnen ontwikkelen. Door de verschillende hoekjes is er rust om te komen tot spel.
Buiten zijn er ook meerdere hoeken en spelmogelijkheden. Plekjes waar peuters zich kunnen afzonderen van de groep zijn er zowel binnen als buiten.
Schoolkinderen
Bij de BSO groepen heeft de buitenruimte een belangrijke rol om de kinderen te stimuleren in hun persoonlijke ontwikkeling. De speeltuin biedt vele mogelijkheden op de verschillende ontwikkelingsgebieden. De binnenruimtes zijn leeftijdsgericht ingericht en het spelmateriaal is toegankelijk voor de kinderen.
Bij de Sport BSO worden verschillende sporten aangeboden waar de kinderen aan deel nemen.
activiteiten
Baby’s op de groep
Bij de baby’s zijn de vaste activiteiten het vrij spelen op de mat, het eten, verschonen en het naar bed brengen. We gebruiken we de verzorgingsmomenten, die veelal 1 op 1 zijn, om de taal- en cognitieve ontwikkeling te stimuleren. Het vrij spel wordt met name gebruikt voor motorische ontwikkeling.
Dreumesen op de groep
De dreumesen doen de activiteiten zoals vrijspelen, eten, naar bed gaan en verschonen vaker in groepsverband. Kleine groepjes bieden hierbij ook mogelijkheid om bijvoorbeeld tijdens het verschoonmoment van elkaar te leren, hierbij kan gedacht worden aan zindelijkheid.
In kleine groepjes doen we activiteiten die gericht zijn op de fijne motoriek.
Peuters op de groep
Peuters hebben een vast dagritme op Het Strand. Zij krijgen hierdoor grip op de dag en tijdsbesef. Aan de hand van thema’s bieden we dagelijks een activiteit aan aan de peuters wat de persoonlijke ontwikkeling stimuleert.
Schoolkinderen
De schoolkinderen hebben ook een vast dagritme. De kinderen krijgen activiteiten aangeboden aan de hand van het thema of de sport die op dat moment centraal staat.
Het ontwikkelen van sociale competenties
Het derde opvoedingsdoel heeft betrekking op de sociale ontwikkeling van het kind.
Kinderen in de leeftijd van nul tot twaalf jaar hebben nog veel te leren wat betreft omgang en contact met andere kinderen.
Op jonge leeftijd hebben de kinderen hier te maken met andere kinderen, zij zullen moeten leren delen, leren op hun beurt te wachten, leren praten en uitleggen wat zij willen en elkaar helpen. Het vormen van een groep is belangrijk voor de sociale ontwikkeling. Hoewel de allerkleinsten dit nog niet kunnen bevatten, zal het een gewenning worden dat zij de aandacht van de pedagogisch medewerkers moeten delen. Door de eenheid als groep zijn er wel vaak grotere kinderen die, wanneer een baby huilt, even gaat kijken en/of een speeltje geeft.
Wij doen ons best om alles naar wens te laten verlopen. Toch kan het voor komen dat u een klacht heeft over Het Strand of over de gedragingen van de medewerkers.
Wij hopen dat u uw klacht bespreekbaar maakt bij de medewerkers of bij de manager. U kunt ook uw klacht rechtstreeks kenbaar maken bij de geschillencommissie.
Het Strand is aangesloten bij de geschillencommissie, zie ook www.geschillencommissie.nl. Het klachtenreglement kunt u hier downloaden.
Tip en top
Wij horen graag uw mening over ons kinderdagverblijf. U kunt dit invullen op onze tip en top kaartjes. U ontvangt een kaartje als uw kind twee maanden op Het Strand is, als uw kind naar een volgende groep gaat of Het Strand verlaat.
De kaartjes worden besproken in het teamoverleg. De manager bespreekt de uitkomsten hiervan met de oudercommissie. Terugkoppeling naar alle ouders vindt plaats middels de Flessenpost.